Een andere sleutelfactor voor het succes van mensgerichte gebouwautomatisering is de overgang naar de operationele fase en het gebruik van het gebouw op de lange termijn. Bewegingsmelders en sensoren moeten op de juiste manier in bedrijf worden gesteld, zodat ze goed en volgens plan functioneren. Bewegingsmelders die verkeerd of volgens de fabrieksinstellingen detecteren kunnen geen optimaal resultaat opleveren.

Kennisoverdracht heeft dan nog een cruciale taak, want net zoals het gebruik kan veranderen, moet ook de bouwtechniek tot op zekere hoogte kunnen worden aangepast. Dit betekent echter dat ook na jaren specialistisch personeel nog steeds in de systemen moet kunnen ingrijpen en deze opnieuw moet inrichten – in de praktijk is dit maar al te vaak niet het geval. BIM (Bouwwerk Informatie Model) kan op dit punt een beslissende bijdrage leveren als het model als digitale tweeling gedurende de gehele levenscyclus van een gebouw actueel wordt gehouden en zo op elk moment een diepgaand inzicht in de technische uitrusting mogelijk maakt. Bovendien moet de KNX-configuratie jaren later nog steeds toegankelijk en aanpasbaar zijn.